Discover — Briefing

De opdrachtgever geeft een briefing. Tijdens de briefing moeten er een aantal vragen beantwoord worden:

  1. Wat wil de opdrachtgever, de klant of het bedrijf?
  2. Wat is de boodschap?
  3. Wie behoort tot het doelpubliek?
  4. Welke informatie is beschikbaar?
  5. Wat is het budget?
  6. Wat is de timing?

Andere termen die soms gebruikt worden:

RFI
Request for Information
De opdrachtgever weet al ongeveer wat hij of zij wil, maar heeft nog extra informatie nodig. Meestal wordt daarna een RFQ of RFP ingediend bij enkele leveranciers.
RFQ
Request for Quote / Request for Quotation
De opdrachtgever weet al min of meer wat hij of zij wil, maar wil van een leverancier weten hoeveel dit zal kosten.
RFP
Request for Proposal
De opdrachtgever wil een oplossing, maar weet niet hoe dit er concreet moet uitzien en vraagt een gedetailleerd voorstel aan een leverancier.

Wat wil de opdrachtgever?

Opmerking :point_up:

De opdrachtgever (de verantwoordelijke) is niet noodzakelijk de klant (degene die betaalt).

Het doel van de opdrachtgever is zeer divers (en soms heel vernieuwend):

  • reclame maken voor een product;
  • minder catalogi laten drukken;
  • meer verkopen, meer winkelbezoeken;
  • inschrijven voor de nieuwsbrief
  • gewoonweg aanwezig zijn;
  • de klantendienst ontlasten;
  • met vrienden en familie kunnen converseren;
  • mijn muziek delen met de wereld;
  • kaartjes verkopen;

Wat is de boodschap?

De boodschap ligt in veel gevallen in het verlengde van het doel:

  • “We zijn er voor iedereen.”
  • “Alleen personen die voldoen aan onze eisen mogen dit product kopen.”
  • “De klant kan het product op maat samenstellen.”
  • “Deel alles met de wereld.”
Opmerking :point_up:

De Tone of Voice1 is heel erg belangrijk voor de boodschap!

Wie hoort tot het doelpubliek?

We werken het idee uit met de eindgebruiker in gedachte. Deze eindgebruiker heeft een bepaalde profilering.

Opmerking :point_up:

We kunnen niet ontwerpen voor een gemiddelde gebruiker want die bestaat niet. Stel dat je een website ontwerpt voor een kleuterklas met 30 kleuters van 4 jaar en een kleuterleider van 58 jaar, dan is de gemiddelde leeftijd 6 jaar. Als we een zesjarige als uitgangspunt voor het doelpubliek zouden nemen, zitten we er volledig naast.

Demografische profilering

Demografische kenmerken:

  • leeftijd;
  • gender (ISO/IEC 5218:2004):
    • 0 Onbekend
    • 1 Mannelijk
    • 2 Vrouwelijk
    • 9 Niet van toepassing
  • opleidingsniveau (VKS, EQF, ISCED 2011):
    • Niveau 1: Lager onderwijs
    • Niveau 2: Secundair onderwijs / Basiseducatie
    • Niveau 3: Secundair onderwijs: BSO 6
    • Niveau 4: Secundair onderwijs: ASO/KSO/TSO 6 en BSO 7 / Secundair Volwassenenonderwijs
    • Niveau 5: Gegradueerde (HBO5)
    • Niveau 6: Bachelor
    • Niveau 7: Master
    • Niveau 8: Doctor
  • woonplaats (land en stad);
  • geboorteplaats (land en stad);
  • talenkennis
  • gezinssituatie;
  • inkomen;

Psychografische profilering

  • houding;
  • opvattingen;
  • waarden;
  • opinies;
  • levensstijl;
  • interesses;

Technografische profilering

  • locatie;
  • tijdstip (werk ↔ thuis);
  • gebruikersprofiel;
  • surfgedrag;
  • soort toestel (laptop, smartphone, smartwatch, …);
  • sociale mediatools;
  • ervaring met technologie (n00b ↔ power user);

Welke informatie is beschikbaar?

  • Polsen in welke mate er al inhoud beschikbaar is.
  • Kunnen er beschrijvingen uit catalogi overgenomen worden?
  • Hoeveel nieuwe tekst moet er geschreven worden voor het web?
  • Aanwezigheid van productfoto’s, sfeerbeelden, werknemers, …
  • Is er een bestaande (en relevante) “look and feel” voor websites?
  • Is er al een bestaande website? Moet deze aangepast of opnieuw gemaakt worden?
  • Is er bestaand drukwerk dat verwijst naar de website?
  • Is er een digitale nieuwsbrief?
  • Is er een aanwezigheid op sociale media?

Wat is het budget?

  • Heeft de klant een bepaalde som geld klaar om deze vraag te laten uitvoeren?
  • Misschien zijn er nog contracten lopende waarmee je als webdesigner rekening moet houden.
  • Domeinnamen, overnemen van bestaande hosting, samenwerkingen met andere partijen …

Wat is de timing?

  • Hoe snel wil de klant zijn oplossing klaar?
  1. Tone of Voice: bv. aanspreekvorm, gebruik of ontbreken van humor, woordkeuze (vakjargon ↔ eenvoudig, beeldend ↔ abstract, fris ↔ oubollig)